Vogels in je wintertuin
Als de vorst zijn intrede doet, krijgen vogels het moeilijk. Alle bessen zijn van de struiken verdwenen en de bodem is te hard om er wormpjes uit te pikken. Tijd om de vogels een handje te helpen.
Als de winter zijn intrede doet, zijn we minder vaak in de tuin. We laten het gras rusten, halen kwetsbare planten en bloemen naar binnen, en zorgen ervoor dat de snoei gedaan is. De tuin is ‘winterklaar’. Toch valt het niet helemaal stil. Vogels zullen regelmatig jouw tuin bezoeken als er wat te halen valt. In een winterse tuin eten voor de vogels neerzetten of ophangen, is enorm belangrijk en een goede zaak. Er is echter een aantal aspecten waar je op moet letten.
Niet te veel voer
Het is belangrijk niet te veel voer in één keer te strooien of op te hangen. Het kan gaan schimmelen en rotten. Bovendien kunnen resten van voer ook andere dieren aantrekken die je liever niet in je tuin hebt zoals ratten en muizen. Ruim restjes dan ook op tijd weg.
Niet de hele dag
De beste tijd om voer neer te zetten is na zonsopgang en voordat de avond valt. Als de nachten koud zijn hebben ze juist dan energie nodig. ’s Avonds kunnen ze zich opladen en ’s morgens kunnen ze na een lange koude nacht weer een beetje bijtanken. Ruim de kruimels overdag weg om die eerdergenoemde muizen geen kans te geven.
Geen plastic
Je kent ze wel: voer- en vetbollen in plastic netjes. Probeer die netjes te vermijden. Er zijn andere mogelijkheden om deze bollen een plekje te geven. Vraag ernaar bij een tuincentrum. Die netjes moeten natuurlijk niet in de natuur terecht komen en vogels kunnen er ook in verstrikt raken.
Welke vogels?
De vogels die je kunt verwachten als je op de juiste wijze voer neerlegt in een wintertuin zijn onder meer de grote bonte specht, die volgens kenners dol is op pindakaas! Zorg in dit geval voor vogelpindakaas dat geen zout bevat en waar lekkere vogelhapjes aan toegevoegd zijn zoals insecten.
Het winterkoninkje doet zijn naam eer aan als je deze in je wintertuin treft. Hij is erg klein en kan niet zo goed tegen de kou. Om zichzelf warm te houden heeft hij voedsel nodig. Hij houdt onder meer van broodkruimels en havermout. Dat heb je vast wel in huis.
Als je appelschillen en een klokhuis buiten legt, heb je kans dat de merel jouw tuin bezoekt. De merel is overigens ook gek op broodkruimels en rozijnen.
De eerdergenoemde vetbollen en ook pindaslingers zijn een heerlijkheid voor de kuifmees. Alle mogelijke andere mezen zoals de koolmees en pimpelmees vliegen hier ook niet zomaar aan voorbij.